Johannes 5:13-15

1Joh.5:13-15;

Dit alles schrijf ik u omdat u moet weten dat u eeuwig leven hebt, u die gelooft in de naam van de Zoon van God. 14 Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat hij naar ons luistert als we hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. 15 En omdat we weten dat hij naar ons luistert, wat we hem ook vragen, weten we ook dat we alles al hebben gekregen wat we hem gevraagd hebben. 

Blog - Johannes 5 - Bidden.jpg

Dit is een bemoediging van Johannes voor ons. Wat Johannes hier schreef, is om christenen te bevestigen in hun geloof en te verzekeren dat zij eeuwig leven hebben. Geloven is nl. ook weten ofwel zekerheid hebben. Dit gelovig weten houdt de gelovigen in deze wereld staande. Zij die in de Naam van Jezus geloven, kunnen er zeker van zijn deel te hebben aan het eeuwige leven. Dit is het ‘echte leven’.

Het ‘echte leven’ brengt een open relatie met God met zich mee. In die open relatie is het gebed mogelijk. Gelovigen kunnen en mogen vol vertrouwen gaan naar de troon der genade. Heb.4:16 zegt; Laten we dus zonder schroom naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden. De NBG-vert. spreekt van vrijmoedigheid en dit betekent: vrijheid van spreken, vertrouwen, zekerheid (vgl. 1Joh.2:28; 3:21; 4:17). Deze vrijmoedigheid hebben de gelovigen jegens, ofwel tegenover God. Zij mogen tot Hem bidden.

Vrijmoedigheid in het bidden betekent niet dat aan geen enkele voorwaarde hoeft te worden voldaan. In Marc.11:24 lezen we bv. dat bidden in geloof moet gebeuren en in de naam van Jezus. Jezus zelf zegt in Joh.14:13; En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. Het moet ook gepaard gaan met gehoorzaamheid (1Joh.3:22, het doen van de geboden) en niet op een manier waarin de zelfzucht tot uiting komt. Jak.4:3; En als u bidt ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen.

Uit ervaring weten de gelovigen dat zij lang niet altijd bidden op deze wijze, dus bidden op een manier waarin de zelfzucht niet tot uiting komt, maar naar Gods wil (1Joh.2:17). Bidden naar Zijn wil is dan ook niet proberen om God ‘om te praten’, maar is overgave aan Zijn wil en afhankelijkheid van Zijn plan. Op welke manier God op het gebed van de gelovigen werkt, blijft voor ons nog altijd een raadsel. Hij wil gebeden zijn. Zijn wil geschiede! Wie zo bidt, vindt een open oor en verhoring. Jezus zegt in Joh.15:7; Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. Amen?

Geliefde broeders en zusters, als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden en ontvangen we van hem wat we maar vragen, omdat we ons aan zijn geboden houden en doen wat Hij wil (Joh.3:21-22). AMEN.

Vorige
Vorige

‘Ik ben een volgeling van Jezus’

Volgende
Volgende

Wie bent u